Actueel

  1. Twente tussen oost en west is thema in Jaarboek Twente 2023

    Het Jaarboek Twente 2023 wordt op 28 oktober gepresenteerd en ligt vanaf die datum in de boekhandel en is vanaf die datum ook te bestellen bij Uitgeverij Twentse Media.
     

    Waar gaat het heen met het Twentse boerenland? Zomer 2022: ingrijpende Haagse politieke besluiten, gevolgd door grootschalige, ook escalerende protesten. ‘Stikstof’ is het codewoord. Jaarboek Twente 2023 opent met een beschouwing over deze problematiek.
    De ontdekking van een Merovingische goudschat in het Springendal, Hezingen, is al vergeleken met de ontdekking van een ‘Rembrandt’. Archeologen beschrijven voor Jaarboek Twente deze vondst van Europese allure. We gaan nog verder terug in de Twentse tijd: vijfduizend jaar geleden – dat staat pas sinds kort vast – was er sprake van omvangrijke migratie van de Oekraïense (Pontische) steppe naar onze regio. Opmerkelijk, als je bedenkt dat anno 2022 vele inwoners van Oekraïne door Russisch oorlogsgeweld hun toevlucht hebben gezocht in onder meer datzelfde Twente.
    ‘Go West!’ Bijvoorbeeld van Twente naar Amsterdam, waar al in de zeventiende eeuw Twentenaren gesignaleerd werden, op zoek naar werk. Of nog verder ‘West’, in onze eeuw, van het dorpse Twentse Lattrop naar het dorpse Amerikaanse Millerville. De VOC en WIC worden genoemd in een eerste bijdrage over onderzoek naar Twentse connecties met het Nederlandse slavernijverleden. Ook lezen we over de Oost-Indische carrière van een zeventiende-eeuwse Enschedeër. En West en Oost verenigd – in een bijdrage over Johan Nieuhoff, afkomstig uit het op enkele klootschietworpen van Breklenkamp gelegen Uelsen, ooit Noord-Twente. Diens blik op de wereld van toen staat, gestold in boekvorm, in Huis te Brecklenkamp.
    Er is ook een ander ‘West’: dat van Johan Cruijff en Fanny Blankers – Koen. Zij hadden een speciale band met Twente. De zoektocht naar hun Twentse sporen leverde zelfs twee unieke handtekeningen op. Oost, west, noord, zuid: overal in Twente staan of stonden postkantoren, vormgegeven in alle gradaties van ‘monumentaal’. De hoofdpostkantoren worden letterlijk op een rij gezet.
    De windstreken voorbij is de Twentse vertaling van het oudste gedicht van de Lage Landen. Daarin wordt de zwaluw bezongen door een Utrechtse bisschop die anno 917 in Ootmarsum oet de tied kwam. Even universeel zijn de kunstwerken van Adrie Arendsman – ‘tot in de haarvaten van de Twentse samenleving’ leidend en tot stand gekomen in het Arendsmanhuis in Roombeek.
    Markestenen, gemeentelijke grensstenen en vervangende grensmarkeringen; we trekken langs grenzen van Twentse marken en gemeenten. En tot slot: ook grachten en wallen vormen grenzen. Reeds eind negende eeuw gaven ze de bewoners van Oldenzaal bescherming. Een nieuw perspectief op de stedelijke ontwikkeling van deze plaats.
    Dan nog dit. Het klassieke verhaal Mans Kapbaarg van oonzn Twentsn Homerus, meister Vloedbeld, werd een eeuw geleden, in 1923, voor het eerst gepubliceerd in de Nieuwe Twentsche en Almelosche Courant. Het boek is al jaren uitverkocht. Wordt 2023 het jaar van heruitgave?
    Guus Goorhuis, eindredacteur

    Oproep redactie voor Jaarboek Twente 2024:
    Stad en land – het gezicht van Twente
    Elke vierkante meter Twentse grond is omgewoeld geweest, ontgonnen, beplant, bebouwd. Al sinds de prehistorie verandert het landschap om ons heen voortdurend – vooral door eigen toedoen. Wat heeft dat ingrijpen van de mens ons in al die eeuwen gebracht? Heeft Twente er een eigen gezicht aan overgehouden? En wat heeft de toekomst voor ons in petto?
    Discussies over de inrichting van stad en land van Twente lijken vaak traag en moeizaam te verlopen. Maar besluiten – over windmolens of stadsuitbreiding, vakantieparken of prachtwijken – vallen nu sneller dan die over markeverdeling of ruilverkaveling in het verleden.
    En hoe staat het eigenlijk met het Twentse landschap? Zal de roep om veranderingen in de landbouw het uiterlijk van Twente veranderen? Is er sprake van een kwaliteitsverbetering ervan, bijvoorbeeld op het gebied van ecologie, architectuur of leefbaarheid? Er wordt veel gesproken over leegloop van de kleine kernen, tegelijkertijd is er geen huis te koop. En: staat het rendement van datzelfde landschap voorop of worden andere waarden steeds belangrijker? Een vraag die niet alleen nu speelt, maar ook vroeger, bij de stichting van havezaten en aanleg van landgoederen door fabrikantenfamilies.

    Als redactie doen we een beroep op uw creativiteit en nodigen u uit een bijdrage over deze thematiek te schrijven. Vanzelfsprekend zijn ook artikelen over andere onderwerpen welkom.

    Voorstellen ontvangen we graag per mail: info@jaarboektwente.nl De kopijdatum is 1 mei 2023 en kijkt u voor nadere informatie ook even op jaarboektwente.nl bij het lemma meedoen.

  2. Gezondheid, onderwijs en toerisme zijn thema’s in Jaarboek Twente 2022

    Het Jaarboek Twente wordt op 29 oktober gepresenteerd en ligt vanaf die datum in de boekhandel en is vanaf die datum ook te bestellen bij Uitgeverij Twentse Media.

    Zomer 2021 – we ronden als redactie de inhoud van Jaarboek Twente 2022 af en spreken van het tweede jaar van de corona-pandemie. Wereldwijd, maar ook voor Twente, zijn de gevolgen nog niet te overzien. De pandemie heeft geschiedenis geschreven maar is zelf nog geen geschiedenis geworden. Toch biedt Jaarboek Twente 2022 al enkele gezichtspunten: epidemieën die hier eerder huishielden; de Twentse natuur die als het ware wordt herontdekt en we laten een Twents gezin aan het woord. Medische zorg en onderwijs in Twente worden eveneens belicht. Van de geschiedenis van MST tot de ontwikkeling van de plattelandsschool in Beckum. Van Latijnse School en ‘onderwijsmoloch’ in Almelo tot de pioniersjaren van de UT, zestig jaar geleden als TH gestart op Drienerlo. De corona-vaccinatielocatie van de GGD Twente in Oldenzaal is een van de vele in ons land. 2021 is het jaar van de mogelijkheid om je te laten vaccineren. Vrijwillig – tegelijkertijd vriendelijk en herhaaldelijk aangemoedigd door de regering om aan vaccinatie deel te nemen. Ook leest u hoe toerisme een begrip kon worden in Twente. Ooit was deze regio praktisch ‘onvindbaar’ of niet ‘interessant’ genoeg voor de reizende elite van toen. Andere Tijden dus, maar die Tijden zijn definitief veranderd, dat is wel duidelijk. Westenberg heet de buurtschap tussen grensovergang De Poppe en het Bentheimse Gildehaus: zo heet ook de wetenschapper die befaamd is geworden door zijn kaarten van onder meer het pre-EUREGIO-territorium en in ons geval een nog vrijwel onbekend gebleven kaart van de Regge. De Regge is in Goor aanleiding geworden voor een bijzonder project – Wiilgensproonk oaver de Regge. Als teken van hoop voor de toekomst zijn daar door vele Twenten even zovele telgen geplant. U leest hierover twee poëtische bespiegelingen, in de moodersproak. Over moodersproak gesproken: Anne van der Meiden is in 2021 oet de tied komn. Als redactie hebben we n andeankn geplaatst voor deze grote Twent. Daarbij laten we vooral hemzelf aan het woord, met ‘bewaarn, begriepn en verdan goan’ als leidraad. De Twentse taal was voor hem een vanzelfsprekend deel van zijn leven, geschikt voor het uiten van alle menselijke gevoelens. Net zoals dat overigens het geval is in de film ‘De beentjes van Sint-Hildegard’ die Twente – nee, heel Nederland veroverde. De Twentse moodersproak brak in deze film-van-het-jaar definitief door in ons land, van Vlissingen tot Roodeschool, van Vaals tot Callantsoog. De film schreef geschiedenis. Ook voor Jaarboek Twente is onze streektaal een onlosmakelijk deel van het bestaan ervan en dat willen we als redactie blijven uitdragen. Tot slot: kijkt u ook nog even naar de tekst hieronder over onze Oproep voor het thema (Twente tussen oost en west) van volgend jaar? Tot 1 mei 2022 hebt u de tijd…
    Guus Goorhuis, eindredacteur

    Oproep redactie voor Jaarboek Twente 2023

    Twente tussen oost en west
    In het komende Jaarboek Twente zouden we graag aandacht willen besteden aan sporen van Twentenaren buiten de eigen regio – van de prehistorie tot heden; voor korte tijd, of als levensbepalende keuze voor immigratie naar ‘de nieuwe wereld’.
    Welke Twentenaren waren bijvoorbeeld betrokken bij de plantages in voormalige Nederlandse koloniën? Of hoe verging het Twentse immigranten in Australië in de jaren 50 van de twintigste eeuw? Welke Twentse gemeenschappen vertrokken massaal naar Noord-Amerika ten tijde van de landverhuizing midden negentiende eeuw? Maar ook onderwerpen als Twentenaren in de tijd van de middeleeuwse Hanze, rondtrekkende bevolkingsgroepen in de prehistorie of in Holland werkende Twentse dienstmeisjes passen uitstekend in dit thema.

    Als redactie doen we dan ook graag een beroep op uw creativiteit en nodigen u uit een bijdrage over deze thematiek te schrijven. Vanzelfsprekend zijn ook artikelen over andere onderwerpen welkom.

    Voorstellen ontvangen we graag per mail: info@jaarboektwente.nl
    De kopijdatum is 1 mei 2022 en kijkt u vooral ook even op jaarboektwente.nl bij het lemma MEEDOEN voor nadere informatie.

  3. Jaarboek Twente 2021 verschijnt op 30 oktober

    Het Jaarboek Twente 2021 ligt vanaf 30 oktober 2020 in de boekhandel en is vanaf die datum ook te bestellen bij  Uitgeverij Twentse Media.

    Muziek en sport in Twente

    Almelosche Voetbalclub Heracles landskampioen! We schrijven 1927 en het blijft onvergetelijk, ook de bijbehorende gouden horloges. Jaarboek Twente 2021 beschrijft de euforie van toen.

    Opera Forum, Paul Pella en Chris Burgers: uit hun pionierswerk kwam de Nederlandse Reisopera voort – u leest erover in deze zestigste jaargang.

    Wielerdorp? Twente kent er wel zes, maar toch moet Enter de hoogste Twentse eer gegund worden  vanwege de vele kampioenen en wieleractiviteiten – we gaan er dan ook op bezoek, bij de winnaars van een halve eeuw geleden.

    Terang Bulan in Tukkerland, ofwel het bijzondere verhaal van de jonge muzikanten van Indische afkomst die vanaf de jaren 50 de populaire muziek in Twente sterk beïnvloedden. Rock ’n roll in Twente? Die begon met Indo-rock.

    Wat deu Desmond van Oostrom oet Hengel in ’93 in den pub, doar in Londen?” Het antwoord is: Bob Dylan en het laatste woord hierover is aan zestien dichters die Dylan’s Desolation Row tot hun inspiratiebron maakten, voor Jaarboek Twente 2021 – maar dan kats in t Plat.

    Verder leest u over De 1000 Idioten Records, over Alphons Gaalman’s leven voor muziek, de Drentse arbeidersbuurt in Enschede en hun eigen club UDI, over Twentse textielmoeheid, de Gerardusprocessie in Overdinkel en nog meer.

  4. Zoo mer ne Bokeler boerderiej in n oorlog / deur Gerrit Lansink

    ‘Zomaar een Boekelose boerderij in de oorlog’ in Jaarboek Twente 2020 is op verzeuk van de redaktie ok noar t Twents vertaald. Biejgoande versie in t Bokeler plat is maakt duur Gerrit Klaassen en Gerrit Lansink, met hölp van t Dialexicon Twents.

    Zoo mer ne Bokeler boerderiej in n oorlog

    Samuël is der nooit Sam wordn. Mag wean dat e doarvuur nich lang genog op dat boerderiejke in Bokel west hef. Zes, op zien heugst acht wekke, doo mos hee a wier duur noar ne nieje onderduukstie, eargns in Dreante, zo meann e.

    Anna Blaman schod n kroam op
    Hoo kort Samuël ok in Twente onderdokn zat, tot noa t joar tweedoeznd zint der spuurs van em te veendn. Zo stun der biej t oet de tied komn van Jo, de dochter van boer Jan en ziene vrouw Dina, in 2005 nog aait ’Vrouw en vriend’ van Anna Blaman in t Tomado booknrekske. Dat book har zee kreegn van Samuël, den net as de schriefster oet Rotterdam ofkumstig was. “Jij lijkt wel wat op haar,” de net als Blaman brilnde boerndochter har der beheurlik van kluurd, ze was zik nich wis of Samuël t as kompelmeant meann. Ok woar dat book oaver gung kwam Jo van op t rabat: Anna Blaman schreef a net zoo ampart as Bert Schierbeek, de zön van de boavnmeester van de school in Bokel. Bert har nog biej eer in de klas zetn. Nee, Jo had dan toch meer op met Guido Gezelle, den duur Samuël dan wier vort wördn zat as ’braaf en boers’. Zee kon nich begriepn wat doar noe zo slim an was.

    Tusken de hoondnbutte?
    Twee dage noa eur geboorte was Jo in oktober 1916 met eur oalders noar de neagelnieje boerderiej hen trokn. Zee was n moetje, eur oalders warn op stel en sproonk trouwd en Harm, Jan zien va, har gromnd de knip trokn vuur t bouwn van t nieje hoes. Zien portret woarop e oe ankik as nen strabaantn hel-en-verdoemnis-leste-oordeel-domineer, as bliek van daank van de pasgetrouwdn, heank tot op n dag van vandage in de grote kamer van de stie.
    t Tweelingzuske van Jo stöarf voort noa de geboorte. Nooit nich is kloar wordn woar dat wich is begreavn. Ligt eur butkes eargns tusken de hoondngeraamtn op t earf? t Zal nooit nummer zegd wean, mer n dood van dat ene keend kwam lichtewal zo slecht nich oet. Doar in Bokel was um en noabiej t mildn van n Eerstn Weerldoorlog etn naar beteun. “Ik wet nich of t wichtke t wa red har as t dootieds gen eerste-weks-kieskesmelk van de noabers kreagn had,” gaf Jan too, den biej de veetelling van 1919 met een kort doarvuur ankocht scharmeenklig koobeeske in de liest stun. Jo’s breurke Harm (noar wel zölt ze den joa verneumd hebn?) kwam in 1923 in n weegke met better spreistroo terecht.

    Wat nen daalstörtndn Halifax te doon gaf
    In n eenn weerldoorlog bouwd, in den doarop t hele spul van de been. t Har met de boerderiej op n 29stn september 1943 ’s oavnds tieegn tien uur zoo mer wean könd, a’j wett dat nen duur de Pruuskn zwoar anschotn Canadese vleegmasjien op nog gen viefteen meter liek oaver de stie hen roazn. Dee Halifax DK 259 WL-L, een oet ne lochtvloot van 352 geällieerde vleegmasjienn op Bochum op-an, zal met braandnde fosforbomn en al zon kilometer wiederop hard daalkomn. Twee inzittendn oaverleaft t nich, veer wordt der vastnomn. Allenig n Amerikaansn piloot Jackson Temple Cary kriegt de Duutsers nich te pakn.
    Samuël, den net in dizze tied in de boerderiej zit, haalt biej wieze van sprekn de schoolders op vuur t oongeluk met den Halifax. Hee hef t bombardeern van Rotterdam van kortbiej metmaakt, doarbiej vergelekn stelt dit niks vuur. Hoo aans is dat biej Jo. Zee is noa dizn oavnd eer wiedere leavn onmeundig bang vuur alns woarbiej lech en zwoar kabaal te hope goat. An veurweark is vuur eer op slag gen wille meer te beleavn. En as, um mer es wat te neumn, meer as dertig joar later weerkeerl Ton ten Hove van Radio Oost ok mer döt van ‘mogelijk een klap onweer’, dan möt sieto n antennestekker oet de tilleviesie, umdat n bliksem der op loert um op t rasterweark boavn op t dak van de boerderiej in te sloan. Zee hef der zölfs n stukske familiesproak met in t leavn roopn: “Doo t onweer voort oet de tilleviesie!” Breur Harm den in n oorlog biej n nachtonweer voorts van eer t berre oet zol mötn, maakn zik alns aans as gezeen met zien resselveerd nee zegn: “In t ber is der nog nooit ene duur n bliksem doodkömn.”

    Aait wier den oorlog
    In Jo’s weerld hebt n oorlog en de bangighead doarvuur feitlik aait opspeuld. Zo maakn zee zik der in 1956 naar oaver dat de Russiese tenks wal es kats duur konn reateln van bezet Boedapest op Bokel op-an. En op t heetst van n Kooldn Oorlog, biej de Cuba-krisis in 1962, wör der nich min haamsterd. Natuurlik gung Jo doarvuur nich noar een van de Bokeler weenkels. Doar zol mer proat van komn. Biej ne supermarkt an de Akkerstroat in Eanske wör fietstasnvöl inslaagn. Wa zon dertig joar later, zo roond t daalgoan van de Berliener Muur, gaf ne volle kastnla half-angeroeste blikn met geels nich meer te proemn, motterige poederkoffie nog getugenis van dee slepzoch. De tig stukn Sunlight zeep hadn in de tuskentied, in schilfers sneedn, n nuttig eande voondn in de waskemasjien.

    Dreekaantign onderduukstie
    As Samuël oonderdokn zit, is dat op de hiel boavn de leenker vuurkamer van de boerderiej. Um doar te komn mö’j achter op de del met ne losse ledder duur de losstoande hielduur noar boavn, dan oaver t heugere mildnstuk van n heuizolder noar vuurtn en doar dan wier noar daaltn. De dreekaantige ruumte voorts onder de pann is an de ziedkaant met n paar meter heui ofschearmd.
    As t heelmoal nich aans kan, kö’j der duur n luukske noar de sloapkamer der liek oonder. Dit luukske dat der aait a was en der tot op vandaag n dag an too nog is, wör t meest broekt biej t optakeln van karbieskes met etn en t daalloatn van köpkes, teelders en volle pispötte. Noe hoovn dat leste biej Samuël nich zo vaak, doo hee ’s morns vrog en ’s oavnds op n meestn noar daaltn was.
    Zo trok hee geregeld wied vuur t opkomn van de zun der met Harm op oet um vuegel en weeld te zeen te kriegn. En ’s oavnds konn ze naar bliej wordn as ze keark- en bosoeln of n sproonk reen vuurbiej zagn komn. Juust ok stadsjong Samuël, den net as Harm twintig was, har naar völ wil an dizze uurn in de natuur. Doar was gen twiefeln an dat hee noatieds in ziene onderduukstie dreumnd hef zitn te leazn in n duur Harm tot slietns too duurbladerndn eerstn drok oet 1937 van Zien Is Kennen, zakdetermineerboek van alle in Nederland voorkomende vogels. In t beukske van n latern viefdn drok (1953) kom iej op hoast wal alle bladziedn in blauw geschreavn anvulsels tieegn. Biej nommer 261 leert wiej van Harm dat n lokroop van n fitis zik anheurn löat as ’süied süied’.

    Dina’s hellige bujn
    Biej t schaakn deedn Samuël en Harm nich völ vuur mekaar onder. Doo Harm, den n niejerwets tukschaakspel har, vuur t eerste moal n partiejke vuurslöag, vreug Samuël met den Rotterdamsn inslag woar nich alman bliej van wör: “Kun jij al rokeren?”
    Noa hee in nog gen 30 zetn har verloorn, wus e wa better. De wekn doarop hebt beare jongs boavn op de hiel en daal op de del heel wat pötkes spöld en met mekaar der-oet-en-der-noa stellingn oetzoch.
    Dee hoalding van Samuël, van dat zoo oet de heugte, doar mos e ok nich met ankomn biej Ems, n jöds wich dat der nich jöds oetzag. Vuur eer was Samuël nen snoeverd en zee was ok nich te beroerd um em dat liek vuur n snoetn ok te zegn. Ems, dee vuur eur familie in Eanske geregeld melk en eier haaln kwam, kreeg zölf van Dina n moal n schoer duur de bene. t Wich – dat vanzölfs genne jödnsteerne dreug – har twee Pruuske soldoatn, dee an de duur um wat te dreenkn warn komn vroagn, op bazige wieze wierumsteurd. “En ze hadden nog wel flink aan mij kunnen verdienen,” kreain ze t lachnd oet. Dina, zo hellig as nen spinnekop, vreug in t platste plat of zee t wich biej dee soldoatn an mos gievn. Ems verston nog gen woord plat, mer Dina’s bosschop was tot in t leste letterke helder oaverkomn.
    Kort doarvuur har ok Jan t biej Dina liedn mötn. Hee har nen nacht oppasweark doan. “In de Bleek,” har e de vrouw wiesmaakt. A rap heurn zee dat e den nacht heelmoals nich in de Bokeler Stoomblekeriej was wes, mer dat t um t bewaakn van de spoorbaan gung, weark vuur n Duutsn bezetter. Met dat Dina was oetroasd kon Jan voort op pad um t verdeende geeld wierum te brengn. Ok hier hoovn iej nich te vroagn wee in hoes de bokse an had …

    Vlekntestn
    Samuël har a dik n joar psychologie studeerd en hee leup vort met n Zwitsersn psychiater Hermann Rorschach, den keerl van de inktvlektestn. Rorschach broekn nich zoo mer vlekn, nee, t warn sekuur duur em zölf maakte leenks-rechts gespeegelde teeknings in zwart-wit en deels in kluur. Dee spegeling was noar zien deunkn neudig um t vuur leenks- en rechtshaandigen liek te loatn wean. Hermann Göring, n stichter van de Gestapo en baas biej de Luftwaffe, is ene van de nazi-leu dee ze noa n oorlog ne Rorschach-test hebt loatn doon. Dat was kort vuur de Neurnberger procesn. In pleatke twee van de rieg zag hee twee daansnde leu.
    Vuur een van de wetnschoppers kon dit n teekn wean van ne bipolaire stoornis. En doar Göring de roo dinge as heudkes zag, wör em toodach dat hee völ ophad met stoat en staand. n Amerikaansn legerpsychiater Douglas Kelley, den in Neurnberg t meest te maakn har met Göring, zag t aans en döt van “… iemand met karaktertrekken zó gewoon, dat mannen die op hem lijken gemakkelijk om ons heen te vinden zijn.” Dit slöt an op hoo Hannah Arendt oorlogsmisdoadiger Adolf Eichmann zag: “Een beangstigend gemiddeld persoon.”
    t Is de vroag of Samuël in Bokel met ziene Rorschach-testn genog van de leu te heurn hef kreegn um der wat oet te haaln könn. De boernleu stunn noe eenmoal nich te springn um met eur gedachtn op n blootn te komn biej nen westerling met n rap moondweark dee eur binnste wal es eavn noar boetn zol keern. t Zol naar sneu west hebn as Harm vuur zien besloet um techniek studeern te goan wat op Rorschach oet har doan. Dee studie hef em hoast n joar lang an frustroasies brach. Zwart-wit pleatkes van lokomotiefgrote Heemaf masjienn op de binnkaant van de duurkes van ne mahoniehooltn kast griept meer as dertig joar later wierum noar dootieds.

    Geweern tieegn n nienduur
    In en um de boerderiej zint gen oorlogsdooin valn, mer vlak vuur n eand van WO II heft t der eavn um spand. Op Goodn Vriejdag zatn der an de toafel op de del dree jongens oet Amstelveen, kennisn van de noabers, sokkeri-j (dee vuur koffie duur mos goan) te dreenkn. Op slag kwam Harm oet het vuurhoes anvleegn: “Der komt Mofn an!” De jongns van um en noabiej de zeuvnteen kondn zo rap nich meer noar boavntn hen en verscheuln zik in t hok met melkgerei en veevoor achter op de del. In alle drökte namn ze de koffiekomn nog wal met.
    t Zachte getik op de duur was a n teekn dat t hier nich um soldoatn gung dee vuur Hitler n oorlog nog zoln goan winn. Dree jongns van viefteen, zesteen joar vreugn in t plat um wat dreenkn en luk te etn. Zee kwamn oet n boerndoarp kort biej Mepn vort, nich zo wied van oaver de greans. In eur völs te grote uniformn zagn zee der oet um metlied met te kriegn. Um an te geavn dat ze gen kwoads in t zin hadn, zatn ze eure geweern achter op de del tieegn n niendeur an. Op straffe van n koggel warn ze dwungn t leger in te goan. Noe warn ze naar bang dat de Rusn eur doarp en de boerderiejn van eur oalders plat zoln braandn. Zon halfuurke later gungn ze oet en te noa daanknd wier hen. Een van de Amstelveense jongns har zik in t hok achter op de del al opricht um rap de geweern biej n nienduur te pakn en de dree Duutse jongs dood te scheetn. De aandere twee hadn em tieegnhooldn.

    Eks
    Twee dage later, tieegn negen uur ’s morns, op Eerstn Poaskedag, n dag van de Opstanding, stun der heel aander volk vuur de duur. Nen Engelsn soldoat vreug um ’eks’. En schoonwal hee zienn wiesvinger in ovaaln duur de loch dreaidn, snapn Dina der niks van. Harm, den luk Engels kon, kwam anloopn en vröag: “From the chicken?” 
    t Umtoeske van n stuk of twintig eier vuur n stukske sjokolaa kon wal es t beste west hebn oet t leavn van de boerderiejleu. Noatieds hebt zee zich geregeld ofvrog of dizn soldoat den dag t leavn wa hoaldn hef. De eerste bevriejders van Bokel, dee van Beckum oet oaver de weg langs de boerderiej veurdn, kwamn later den dag naamntlik terecht in zwoare gevechtn biej de Lönkerbruw in Eanske, woar verscheedn Engelsn biej um bint komn. Hadn der wat van eer nog eerst van dee eier getn? t Is ne vroag dee t idiote van t verschiensel oorlog met joa benikt.

    Hoo is t de leu van de boerderiej wieders vergoan?
    Samuël wör op nen oavnd van t een op t aander ophaald. Tied vuur n fatsoenlik ofscheid was der nich. Der is nooit meer wat van em vernomn, wat de duusterste gedachtn döa opkomn. In Bokel wusn ze zienn achternaam nich ees …
    Jan en Dina gungn duur met eur huwlik in gewoapnde vrea, tot ut bittere eand, woarnoa zee em zon twaalf joar oaverleafd hef.
    Jo kreup geregeld vort in dagdreumn en volbrach, sloalomnd tusken eur angstn duur, grote dinge en kwam in de wiedste wiedtes, woarbiej zee eur leavn laank nog genn nacht in n ber boetn de boerderiej sloapn hef (de twee nachtn noa eur geboorte nich metrekkend).
    Harm probeern ziene nare onderveendingn met de techniek vort te poetsn met n joarnlaank oavontuur in t desoloate Duutsland, woar hee benaamd tolknweark döa vuur Amerikaanse legeronderdeeln in Wuppertal en Dortmund. n Joar of veer later zol e zik veilig verstopn in n duurgoans kabbelnd ambtenaarnbestoan.
    En heelmoal an t lest, de boerderiej. Dee steet nog aait op dezölfde stie, hoast gen spier aans as dootieds. ’s Oavnds zöt e zik duur de lechtnde achterraamn speegeld in n viever n paar honderd trad wiederop. As n zacht bloazn van de weend n paar deankstreepkes in t water zeait, drif de vroag vuurbiej of WO III ok het Armageddon van de stie zal wean.

    t Mag wean dat dit verhaal stutt wordt duur völ woargebuurds en bestoande personazies (noe almoal oet de tied), nichterum wil n schriever zegd hebn dat t hier nich eankeld um feitn geet.

  5. Jaarboek Twente 2020 verschijnt op 25 oktober

    Jaarboek Twente 2020

    De geschiedenis van ‘vandaag en gisteren’ is een levend iets: je kunt het zien, horen, aanraken en aanreiken – ook bevragen. Zestien auteurs kijken om zich heen op het stipje op de wereldkaart dat Twente heet en het resultaat van hun vragen treft u in deze negenenvijftigste jaargang aan: Jaarboek Twente 2020. Dat Twente door mensen bijeen gehouden wordt, is de rode draad die alle bijdragen met elkaar verbindt.

    U leest over de marke Twekkelo die zowaar weer een echte Marke geworden is. Grond, markegrond,  is aangekocht, een holting werd gehouden – zijn daar nieuwe oude tijden aangebroken?  Vlakbij, in Boekelo, staat een boerderij met een bijzonder verhaal uit de Tweede Wereldoorlog. Diezelfde oorlog begon buiten Twente. U leest over de Duitse voorbereidingen in de graafschap Bentheim op de inval in ons land op 10 mei 1940, beschreven in Duitse schoolkronieken, tot zeer recent nog een volstrekt onbekende bron.

    Het Twents staat centraal in het gedicht n Appelgoardn, en ook als beschrijving van honderdjarige besmoor- en annike-besvaar– familieportretten. Twents zal ook volop gesproken zijn in Arnhem, begin september 1919, toen een weergaloze folkloristische invasie vanuit geheel Nederland, onder wie bijna vijfhonderd Twentenaren, neerstreek op de Waterberg bij Arnhem en in het centrum van de stad. De Zilveren Kloot is hiervan een artistiek bijproduct dat toen in Arnhem de hoofdrol speelde – op een zijtoneel.

    Frans Berkenvelder, 19e-eeuws chirurgijn en vroedmeester was een pionier in Haaksbergen en Enschede, werd zelfs koninklijk onderscheiden voor zijn strijd tegen pokken. Lies Bos-Hermelink, in de jaren 30 wijkverpleegster in Rossum, was van dezelfde statuur: zij werd een begrip aan menig Twentse keukentafel.

    Menig Twentse stad werd in vroeger eeuwen geteisterd door branden; in kronieken lezen we over de ellende die de bewoners dan trof. Enschede kende in 1125, 1225, 1517, 1665, 1672 en 1705 stadsbranden, en is sinds de dertiende mei 2000 ook en vooral de stad van de vuurwerkramp die veel menselijk leed veroorzaakte en de wijk Roombeek bijna geheel verwoestte. Op een andere meidag, in het jaar 1862, brak in de Enschedese Kalanderstraat brand uit. Deze verwoestte de gehele historische binnenstad. Opbouwen was het devies, maar hoe?

    Wetenschappers zijn het erover eens dat de opwarming van de aarde grotendeels door de mens wordt veroorzaakt. Ook Twente verandert door het warmere klimaat en dus wordt het leven in Twente hierdoor beïnvloed. Voor gemeenteraden, provinciebestuur, waterschap, landbouw- en natuurorganisaties en vele andere maatschappelijke groeperingen voldoende redenen om zich hierop te bezinnen – u leest erover.

    Over politiek gesproken: genadeloze mediacampagnes zijn niet iets waar alleen onze huidige tijd patent op lijkt te hebben. Al in de Gouden Eeuw kon het gebeuren dat de drost van Twente en heer van Twickel de politieke strijd die tussen 1654 en 1671 in Overijssel woedde, verloor door zo’n mediaoorlog, gevoerd met – nee, geen social media: met pamfletten.

    Dan hebben we nog een wonderbaarlijke genezing, en kritische opmerkingen rond de in brons uitgevoerde Schaepman in Tubbergen en Ariëns in Enschede.

    Als redactie hopen we dat het beeld dat u straks van Twente hebt, weer iets minder wazig zal zijn, in ieder geval helderder dan bijgaand herfstportret van Huis Singraven: je weet dat het er staat, maar toch. Tot slot: het Twentse woord van het jaar (met dank aan Gerrit Klaassen)  is eeknumgaankroepn – gevreesd wordt dat deze rupsen ook in 2020 ons Twentelaand weer zullen teisteren.

    Guus Goorhuis, eindredacteur

    De presentatie vindt plaats op vrijdag 25 oktober
    Tijd: 15.30 tot 18.00 uur
    Plaats: Twente Hoes (in gebouw Bibliotheek)
    Beursstraat 34  7551HV Hengelo

  6. Jaarboek Twente 2019 gepresenteerd in Diepenheim

    Vanmiddag werd het nieuwe Jaarboek Twente gepresenteerd bij De Woeste Wieven in Diepenheim. Het eerste exemplaar werd door Hans Berkien, voorzitter van uitgeverij Twentse Media aangeboden aan minister Ank Bijleveld.

     

     

     

     

     

     

     

    Voor het eerst in de geschiedenis van het Jaarboek Twente zijn alle artikelen gewijd aan één onderwerp: de vrouw in de Twentse geschiedenis. Vrouwen waren eeuwenlang vrijwel onzichtbaar, althans in de geschiedschrijving. Niet zo vreemd, omdat vrijwel alleen mannen zich hiermee bezighielden, aldus eindredacteur Guus Goorhuis. Met dit jaarboek wordt de achterstand een klein beetje goedgemaakt. Geportretteerd worden onder meer: een onderwijzende non, een schrijfster, een ziekenverzorgster, een boerin, twee martelaressen, een vrouwelijke bestuurder, fabrikantenvrouwen, een communiste, een schilderes, een modeontwerpster, witte wieven en dichteressen. Ook telt het Jaarboek twee dialectbijdragen van Gerrit Lansink (‘Cilla Black in Tubbig’) en Gerrit Klaassen (‘Mullers Anna en ’t heerschop’).

     

  7. Jaarboek Twente 2019 verschijnt op 26 oktober

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Jaarboek Twente verschijnt dit najaar voor de 58e keer en is een uitgave van Uitgeverij Twentse Media.  Vijftien auteurs hebben speciaal voor deze in full colour uitgevoerde  jaargang hun bijdrage geschreven, voor het eerst over één onderwerp. Dit jaar gaat onze belangstelling uit naar de vrouw in de Twentse geschiedenis.

    De presentatie vindt plaats op vrijdag 26 oktober
    Tijd: 15.30 tot 18.00 uur
    Plaats: De Woeste Wieven  Deldensestraat 11  7478PG Diepenheim

  8. Jaarboek Twente 2018 gepresenteerd in Vriezenveen

    Vanmiddag werd in het Historisch Museum Vriezenveen het nieuwe Jaarboek Twente gepresenteerd. Het thema was dit keer ‘Elkaar kennen en gekend worden’. Hieronder een impressie van de presentatie.

     

    Ingrid Bosman houdt een inleiding n.a.v. haar artikel ‘De zoete smaak van Rusland’.

     

     

     

     

     

     

     

    Voorzitter Hans Berkien van de Uitgeverij Twentse Media (UTM) overhandigt het eerste exemplaar aan Wouter Muller.

     

     

     

     

     

    Wouter Muller houdt een inleiding n.a.v. zijn artikel ‘Spreken is zilver en zwijgen is (niet) Indisch’.

     

     

     

     

     

     

     

     

    V.l.n.r.  Wouter Muller, eindredacteur Guus Goorhuis en uitgeverij-voorzitter Hans Berkien.